Mutsen
Mutsen
Bij alle streekdrachten worden mutsen gedragen. Soms met een oorijzer, soms zonder.
Alle mutsen komen voort uit het eenvoudige vrouwenmutsje uit de 17e eeuw.Er zijn 4 basismodellen te onderscheiden. De hul, kornet, keuvel of floddermuts en luifelmuts.
Baby’s en jonge meisjes dragen mutsjes. Bij het opgroeien krijgen ze vaak een ander soort muts. Of een oorijzer. Pas als de meisjes min of meer uitgegroeid zijn wordt een oorijzer op maat aangemeten.
Ook mannen dragen een hoofddeksel.
De ondermuts
In het werk werd meestal geen kanten muts of oorijzer gedragen. Door de week droegen de meeste vrouwen alleen een ondermuts.
Kaper
In verschillende plaatsen zoals bv. Volendam, Spakenburg en Huizen, droegen meisjes tot 14 jaar, maar soms ook door (arme)vrouwen ‘s winters een kaper. Gebreid en met pompons. Meestal in de kleurcombinatie blauw/zwart. Er waren kleine verschillen tussen de kapers uit verschillende streken.
Spakenburg
Ongermuts is Spakenburgs dialect voor ondermuts. Tegenwoordig wordt de ondermuts als "bovenmuts"gedragen. Hij is “uitgegroeid” tot een volwaardige muts.
De mutsen werden en worden zelf gehaakt. Spakenburgse dames vonden het een sport om steeds mooiere en ingewikkelder patronen te maken.
In de loop der jaren is de ongermuts steeds kleiner geworden en de rol haar die onder de muts uitsteekt steeds voller.
Volendam
Bij carnavals en -verkleed winkels zie je de Volendammer hul. Deze staat symbool voor de muts die bij de Nederlandse klederdracht hoort. Bij (volks)feesten en partijen zie je deze muts dan ook in allerlei gedaanten opduiken. In oranje, wit, met vlechten enzovoort.
Marken
De “ronde kap” voor volwassen vrouwen, vanaf 18 jaar, bestaat uit 12 onderdelen van banden, geborduurde linten, rode baai, katoen, kant en karton. De verschillende onderdelen worden aan elkaar vastgespeld. Bij deze muts werd het haar in twee pijpenkrullen langs het gezicht gedragen. In de nek werd het haar zo kort afgeschoren dat het niet onder de muts vandaan kwam. De pony werd met suikerwater in bedwang gehouden.
Tegenwoordig dragen de volwassen vrouwen het eenvoudiger meisjeskapje.
Staphorst
In Staphorst droegen meisjes een zwart satijnen mutsje, met een patroon van opgeverfde stippen. De stippen werden met een kurk waarin spijkers van verschillende grootte, opgebracht.
Uit de rouw zijn de stippen bontgekleurd. In de rouw voornamelijk blauw.
Het mutsje word vastgebonden onder de kin.
Tegenwoordig wordt het stipwerk mutsje door de week gedragen door volwassen vrouwen.
Hindeloopen
De getrouwde vrouw uit Hindeloopen draagt over de ondermuts een “foarflechter”: een cilindervormige koker waar rode baai overheen is gespannen. Daarover gaat weer een lapje witte batist en tot slot word er een lap geruite stof over gevouwen. De sondook.
Mannen
Karpoets
Urker mannen droegen ‘s winters een karpoets. Oorspronkelijk werd de karpoets van bont van een ongeboren lam gemaakt. Later werden ze gemaakt van een ruw soort laken. De zwarte strikjes werden vroeger aan de achterkant gedragen, tegenwoordig aan de voorkant.
In alle soorten en maten
Mutsen
Iedereen droeg een muts.
Kinderen, mannen en vrouwen
met of zonder een oorijzer.
Spakenburg, ongermuts
Volendam, kanten hul
Marken, grote kap
Volendam, ondermuts
Volendam, kaper
Urk, karpoets
Staphorst, “nette” en stipwerk muts
Spakenburg, pluummuts
Hindeloopen, foarflechter
basismodellen